Het Amsterdam UMC heeft een nieuw verpleegkundig zorgproces ontworpen voor de verpleegafdeling cardiochirurgie. Dit proces vermindert verstoringen en geeft meer continuïteit van zorg. Maar nog belangrijker, het geeft ruimte voor taakdifferentiatie en het creëren van een nieuwe functie: de zorgondersteuner. Deze functie wordt vervuld door statushouders. Lees verder over dit Koploperinitiatief en leer van de lessen van hoofdverpleegkundige cardiochirurgie en initiatiefneemster Astrid Bijl.

Functiecreatie door middel van taakdifferentiatie

Het doel van dit Koploperinitiatief is om de werkdruk te verlagen en het werkplezier te verhogen. De functie zorgondersteuner wordt uitgevoerd door vluchtelingen met status die een verpleegkundige achtergrond hebben. Voor de taken van deze zorgondersteuner is er gekeken naar taakdifferentiatie. Diverse werkzaamheden van verpleegkundigen kunnen namelijk vaak door de ondersteuner worden uitgevoerd. Denk bijvoorbeeld aan het meten van de bloeddruk. De expertise van een verpleegkundige wil je pas inzetten wanneer zij een risico-inventarisatie of voorspelling moeten doen. De zorgondersteuner kan de waarde meten en zelf via een applicatie uploaden in het elektronisch patiëntendossier. Door de zorgprocessen anders in te richten is het mogelijk om de taken van 30% van de verpleegkundigen op de verpleegafdeling cardiochirurgie (inmiddels gefuseerd met het team op locatie VU) uit te laten voeren door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: de zorgondersteuners.

De werkdruk voor de hoger opgeleide verpleegkundigen is hierdoor lager. Dit biedt de ruimte om te werken aan hun eigen ontwikkeling en om zich te concentreren op werkzaamheden die bij hun functie horen, maar waar ze tot op heden nooit aan toe kwamen. Dit vergroot het werkplezier en beperkt daardoor de uitstroom.

Initiatiefneemster Astrid Bijl deed met input van het verpleegkundig team onderzoek naar het verpleegkundig zorgproces op de verpleegafdeling MDL- en Longziekten. Dit onderzoek is gebaseerd op de DMAIC-methode. Daar kwam uit dat er veel verstoringen zijn en weinig continuïteit binnen het proces. “Op basis van die analyse heb ik samen met het nieuwe team een zorgproces ontworpen en geïmplementeerd op de afdeling cardiochirurgie. Dat maakt ook dat we kunnen zeggen dat het model generaliseerbaar en schaalbaar is.”

Verantwoordelijkheden reiken tot waar je eigen ambities gaan

De kans op ontwikkeling is er voor iedereen in het team. Tussen de zorgondersteuner, mbo-verpleegkundigen en hbo-verpleegkundigen komt een gesprek op gang. Wie wil wat doen vandaag? Waar liggen jouw krachten en interesses? Wat wil je leren en wie kan je daarbij helpen? “Op die manier focussen we op het inzetten van kwaliteiten in plaats van tekortkomingen en geven we ruimte voor een eigen ontwikkelpad”, volgens Astrid Bijl.

“Verantwoordelijkheden reiken tot waar je eigen ambities gaan”, geeft ze aan, “Op het moment dat de zorgondersteuners willen werken aan verpleegkundige competenties op de werkvloer, bieden we daar ruimte voor.” De statushouders ontwikkelen zich in de praktijk sneller dan in de lesbanken. Op competentieniveau, maar ook in de Nederlandse taal en het integreren in de Nederlandse arbeidscultuur. Ze worden bijvoorbeeld ook begeleid bij hun BIG registratie.

Zeeshan is een van de statushouders die als zorgondersteuner aan de slag is gegaan in het Amsterdam UMC. Bekijk zijn verhaal in de onderstaande video.

Het belang van autonomie en leiderschap binnen een team

Naast ontwikkeling staat ook autonomie centraal bij dit initiatief. De verantwoordelijkheid en verdeling van de zorg wordt neergelegd bij de teams. Hierdoor wordt zelfstandigheid, verantwoordelijkheid, creativiteit en het nemen van initiatief gestimuleerd. Door deze intensieve samenwerking is het leerrendement hoog en worden nieuwe collega’s sneller ingewerkt. Astrid Bijl hoort ook een ander effect terug vanuit de collega’s, namelijk dat zij zich veiliger voelen: “In complexe situaties ben je altijd met je team om de zorg samen te organiseren en kan je alle kennis samenbrengen om de beste zorg te leveren.”

Die integrale verantwoordelijkheid is belangrijk, volgens Astrid Bijl. “We liepen er tegenaan dat mensen opnieuw moesten leren samenwerken en communiceren. De zorgvraag van een patiënt moet als team beantwoord worden, zonder dat de patiënt van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Daarnaast was werken naar talent een nieuw begrip. Hoe bespreek je met elkaar wat je op een dag wilt leren en hoe je wilt ontwikkelen?”. Er is daarom veel aandacht geweest voor leiderschap. Een hbo-verpleegkundige heeft een duidelijke verantwoordelijkheid in de inhoudelijke ketenzorg. Bijvoorbeeld door kennis te nemen van wetenschappelijke vraagstukken en de toepassing hiervan in de praktijk. Het is daarnaast belangrijk dat er een veilig leerklimaat heerst in het team, zodat de zorgondersteuner kan oefenen met verpleegkundige competenties. En staat de mbo-verpleegkundige wel in zijn of haar kracht?

Het Koploperinitiatief Functiecreatie in het UMC was genomineerd voor de Impactmakerprijs 2021. Bekijk het interview met Astrid Bijl:

Leer van de lessen van dit Koploperinitiatief

Dat innovatie geen project is maar een continu proces weet Astrid Bijl als geen ander. Ze geeft als tip mee: “Laat je niet afremmen door mensen die zeggen dat het idee te idealistisch, te groot en te moeilijk is. Als je een goed idee hebt moet je er vooral voor gaan en de juiste mensen erbij betrekken. Begin met kleine stapjes en breid dan verder uit. Blijf kritisch naar nieuwe vraagstukken die op je afkomen en pak ze stap voor stap aan.”

Tijdens het proces van dit Koploperinitiatief zijn er veel lessen geleerd. Lees ze hieronder en doe er je voordeel mee tijdens je eigen innovatieproces!

  • “Baancreatie is geen doel op zich, maar een duurzame oplossing voor de problemen die op ons afkomen. Een subsidie voor het eerste half jaar dat de statushouders in dienst zijn is aantrekkelijk, maar het doel moet zijn om ze daarna een vast contract aan te bieden. Dan vorm je echt een team en dan kan je bouwen;
  • Alleen taakdifferentiatie is niet voldoende, je zult ook moeten kijken naar je processen. Met name het reduceren van verstoringen en de continuïteit van zorg waarborgen. Daar zit de efficiëntie;
  • De wet BIG kent veel beperkingen, maar ook mogelijkheden. Wees daar creatief mee. Onder andere termen als onder supervisie en bevoegd en bekwaam vallen binnen de invloedsfeer van de werkgever;
  • Blijf hbo-verpleegkundigen prikkelen om zichzelf uit te dagen in hun huidige functie en door actief te kijken naar passende loopbaanpaden. Zo help je ze beter in het zadel voor specialistische vervolgopleidingen, maar laat je ze ook proeven van loopbaanpaden richting wetenschap, onderwijs en management;
  • Leiderschap is echt een randvoorwaarde. Stel kaders, maar laat het team zelf invulling geven. Zij zijn de experts. Faciliteer en stuur op het eindresultaat, niet op het proces. Dát stimuleert de verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, creativiteit en het nemen van initiatief. Dat heeft misschien wel het grootste resultaat geboekt.”

Wil je meer weten of heb je vragen over dit Koploperinitiatief? Neem contact op met Astrid Bijl.

Initiatiefnemer van dit project
Astrid Bijl
Hoofdverpleegkundige cardiochirurgie
06-14686064 Stuur een e-mail