Achter elk Koploperinitiatief van het Actie Leer Netwerk zit een impactmaker. Iemand die het voortouw neemt, die gaat voor verandering en beweegt. Suzanne Verdonschot – innovatie onderzoeker en adviseur – interviewt de mens achter de Koploper. Over hoe het initiatief tot stand kwam, wat belangrijke momenten in het traject waren en waar de betrokken organisaties het voor doen. Voor dit artikel sprak zij met Sacha van Dijk. Zij werkt bij het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis als adviseur leerhuis. Daarnaast is zij als begeleidingskundige betrokken bij taaie vraagstukken en coördineert ze de verpleegkundige opleiding. Sacha is het gezicht achter de Koploper Zorg Innovatie Centra.

Sacha van Dijk over Zorg Innovatie Centra

Er is een tekort aan stageplekken in de zorg, terwijl mensen wel opgeleid willen worden. Dat raakt Sacha van Dijk: “Als mensen enthousiast zijn voor de zorg, dan moeten we hen wat bieden.” Met de oprichting van Zorg Innovatie Centra (ZIC) op verschillende verpleegafdelingen, ontstaan er meer stageplekken. De ZIC stellen de student centraal en de school als partner in opleiden. Op een ZIC kunnen meer dan 25 studenten verpleegkunde tegelijkertijd stage lopen. Op zo’n ZIC werken ook afgestudeerde, meer ervaren verpleegkundigen in de rol van werkbegeleider. Zij coachen en begeleiden de studenten en leren hen een onderzoekende houding aan.

Hoe Zorg Innovatie Centra tot stand kwamen

In 2014 startten de ontwikkelteams met het nadenken over de verpleegkundige opleiding. Zonder opdracht vanuit het bestuur boekten ze echter weinig resultaat. De fusie van het Elisabeth Ziekenhuis en het TweeSteden Ziekenhuis in 2016 bracht nieuw perspectief. De aanvraag van een opdracht bij het bestuur werd onder voorwaarde goedgekeurd: het moest evidence based zijn. “De opdracht was”, zegt Sacha, “om een eenduidig begeleidingsmodel te maken, zodat studenten in de verschillende ziekenhuizen op dezelfde manier begeleid werden. Om aan de voorwaarde te voldoen, was er een onafhankelijke onderwijskundige bij betrokken die de projectgroep leidde en literatuurstudie deed.”

Betekenisvolle momenten

Met de fusie van verschillende ziekenhuizen, kwamen ook verschillende opvattingen bij elkaar. Sacha van Dijk: “Waar in het TweeSteden Ziekenhuis de student centraal stond, begeleidde in het Elizabeth Ziekenhuis de werkbegeleider iedere student op dezelfde manier, waardoor de student zich moest aanpassen.” Niet alleen de werkwijze, maar ook de manier hoe er werd vergaderd verschilden van elkaar. Een gesprek om het knelpunt wie er centraal staat te bespreken leidde tot een conflict. De pijnlijke clash was volgens Sacha van Dijk achteraf een betekenisvol moment: “Ik heb het moment aangegrepen om een dialoog op te starten over hoe we het wel graag zouden willen. Het conflict was daarvoor nodig. Het heeft uiteindelijk geleid tot een andere samenstelling van de groep en een nieuwe manier van werken.”

Een ander sleutelmoment was dat het organisatorisch hoofd van de interne geneeskunde was opgevallen dat er rondom de ZIC een groot enthousiasme was over leren. Ze besloot dat ze ook een ZIC wilde op haar afdeling en deelde haar wens met Sacha van Dijk. “Zij kon dat echter niet zelf bepalen”, vertelt Sacha van Dijk, “een ZIC is op basis van een vastgestelde constructie met een betrokken hogeschool en een docent in de praktijk.” Het organisatorisch hoofd was echter vastbesloten om haar plan door te zetten en had de energie om daarvoor dingen te gaan ondernemen. Op basis van de uitkomst van een prijsvraag onder haar teamleden, is ze het project anders gaan noemen: Teaching ON the Floor (TOF). Ze heeft een verpleegkundige vrijgesteld om een coachende rol op te pakken, waar het bij een ZIC een praktijkopleider moet zijn die op de vloer werkt.

Het was tegen de afspraken in, maar Sacha van Dijk liet het toe na vertrouwen te hebben geput uit een dialoog met de initiatiefneemster: “Er zijn wel vaker hoofden enthousiast, omdat ze denken meer studenten te krijgen en het personeelstekort op te lossen. Bij haar merkte ik echter dat haar visie op leren aansloot bij datgene waar wij voor staan: ze wilde dat de werkbegeleiders een goed leerklimaat gingen bouwen met gelukkige verpleegkundigen. Dan maakt de naam niet meer uit. Laatst was er een afdeling die zichzelf TOF noemde zonder dat we met hen samenwerken. Daar moeten we gebruik van maken, dan kunnen we meer eerstejaars kwijt.”

Het gaat niet op elke afdeling even goed, volgens Sacha van Dijk. “Er had bijvoorbeeld een student gehuild op een (patiënten red.) kamer. Deze is daarna van de werkvloer afgehaald voor een gesprek. Met mijn eigen ervaring als hbo-verpleegkundige en als student weet ik hoe dat voelt. Een gesprek met de insteek ‘ik hoor van verschillende collega’s dat. ..’ is dan geen goed recept. We willen juist dat er goed contact is met de praktijkopleiders. Dat er wordt uitgegaan van signalen vanuit de scholen en docenten. Wij horen van hen hoe het gaat, zij schakelen ons in en dán gaan wij op onderzoek uit.”

Hier doet ze het voor

“Laatst zag ik een e-mail van een praktijkopleider – tevens een oud student van mij – aan twee studenten. De opleider schreef over de supergemotiveerde studenten, dat ze zoveel mogelijk mee willen krijgen. Zij heeft ook echt aandacht voor deze studenten. Zo gaf ze hen aan op een bepaalde tijd deel te nemen aan de begeleiding, zodat de studenten niet weg hoefden van de dienst. Daar word ik blij van, daar doe ik het voor.”

Een warm welkom voor veel HBO-V studenten

Er zijn nu veel studenten ingeschreven op HBO-V’s in Brabant. Ongeveer 700 eerstejaars bij Avans en 500 bij Fontys. Sacha van Dijk: “Wij hebben toegezegd 80 studenten van Avans en 70 van Fontys op te nemen om bij ons stage te lopen. Ik wil dat mensen enthousiast zijn voor de zorg en hen behouden voor de zorg. Ik denk nu na over manieren om een goede introductie te maken, zodat deze studenten zich welkom voelen.”

Meer verhalen van de impactmakers achter de Koploperinitiatieven lezen? Bekijk de andere interviews: