Een waarschuwing vooraf: wat volgt is schaamteloze promotie van TheaterMakers Radio Kootwijk, die in opdracht van zorgorganisatie Philadelphia de theatervoorstelling ‘De Hartkamers van Eva’ maakten. Middenin coronatijd bezocht ik een try-out. Volledig coronaproof, want ik keek vanuit mijn eigen rode hartkamer, één van achttien kamertjes waarmee een twintig meter lange harmonicabus is volgebouwd. Eerlijk gezegd waande ik me in een rijdend bordeel met al dat rood en die gordijntjes en die afgeschermde kamertjes, hoewel ze te klein waren voor het type dienst dat bordelen plegen te leveren. Elk kamertje was net groot genoeg voor een stoel, een beeldscherm, een computer met toetsenbord, een koptelefoon aan een haakje, en een klein tafeltje waarop bij binnenkomst een kopje cappuccino met wat lekkers erbij klaarstond.

Gewoon leven

‘Ik ben Jeske. Ik ben best wel moe van de coronatijd. Jij? Ik wil zo graag weer vooruitkijken, voelen hoe het is om weer ‘gewoon’ te leven en te werken. Daarom ben ik vanochtend in mijn hartkamer gaan zitten. De kamer waar ik helemaal mijzelf mag zijn, kan zeggen en vinden wat ik voel. En ik deed mijn ogen dicht en ineens had ik een wonderlijke ervaring; ik zag de wereld waar ik werk in 2025. Ik zat in het Huis van Eva.’ Zo opende de voorstelling, met woorden uitgesproken door een actrice die me vanaf het beeldscherm welkom heette. Ze noemde zelfs mijn naam en die van de andere 17 kijkers. Ik voelde me helemaal gezien. Ik wérd ook gezien, wat het groene lampje van de webcam voor me verraadde.

Wel of geen goed idee

Jeske, zo begreep ik, speelde een Philadelphia-medewerker, die live vanuit haar eigen hartkamer, gevestigd in een studio, alle daarna volgende theaterfragmenten becommentarieerde. En ons, toeschouwers, erover bevroeg. ‘Wat vind jij?’ vroeg ze, nadat we een indringend fragment hadden gezien waarin digitale assistenten en een robot zorg verleenden aan Philadelphia-clientèle, ‘is het wel of geen goed idee om steeds meer digitale technologie te gebruiken in de zorg voor onze cliënten?’. ‘Ja’, typte ik en dacht er meteen een dikke ‘maar’ achteraan. Want heel veel digi-spul is gepruts en levert alleen maar frustratie op in plaats van efficiency; om het maar niet te hebben over de afstand die het schept. Tegelijk zag ik ook wel dat videobellen onze redding in coronatijd is gebleken. Dus of je nu wil of niet, we kunnen niet meer zonder digitale technologie, ook of juist niet in zorg en welzijn.

Dilemma’s

En zo werd ik helemaal de voorstelling ingezogen. Niet alleen omdat ik kon meedoen, maar ook door de heerlijke, soms tranentrekkende muziek en het treffende spel dat toonde hoe moeilijk het is om als zorgmedewerker steeds het goede te doen. Hoeveel vrijheid geef je een cliënt als Eva, een jonge vrouw van 28 met het verstand van een twaalfjarige, én de behoefte om in te korte jurkjes ’s nachts op stap te gaan, wetende dat haar moeder daardoor doodsangsten uitstaat? Dilemma’s die tot fikse discussies in medewerkersteams leiden. En dan zijn er ook nog de torenhoge werkdruk, de krappe budgetten, de managers die wegrennen net als je ze nodig hebt, onder het mom dat je ’toch zeker een zelforganiserend team bent’?

Hartverwarmend

Aan het slot hield medewerker Constantijn een hartverwarmende monoloog; ondanks alle gedoe zei hij toch maar wat-graag bij Philadelphia te willen blijven werken. Want hij en zijn collega’s slagen er steeds beter in om niet alleen voor hun cliënten, maar ook voor elkáár een liefdevol oog te hebben.

Op dat moment dacht ik: hoe gaaf is het dat Philadelphia een interventie als deze theatervoorstelling heeft gekozen om het gesprek aan te gaan over wat medewerkers drijft in hun werk. Hoeveel makkelijker is het om werkwaarden als ‘liefde, lef en meesterschap’ op intranet te plempen in de ijdele hoop dat medewerkers het zelf wel zullen snappen.

In plaats daarvan maakt Philadelphia met deze voorstelling bespreekbaar hoe je in je dagelijkse werk toch steeds weer kunt proberen om aan zulke waarden te voldoen, ook of vooral als dat even niet lukt. Kortom, met ‘De Hartkamers van Eva’ heeft Philadelphia goud in handen voor openhartige gesprekken met medewerkers over waarom ze bij Philadelphia werken. Als het Philadelphia op deze manier niet lukt om zoiets als uitstroom te beperken, dan weet ik het ook niet meer…

Prof. Dr. Aukje Nauta is ambassadeur van het Actie Leer Netwerk op het thema Beperken Uitstroom, Loopbaanontwikkeling en Employability. Ze deed veel wetenschappelijk onderzoek naar het onderwerp en geeft er lezingen en workshops over: duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Nauta is organisatiepsycholoog en bijzonder hoogleraar op de Sioo-leerstoel ‘Enhancing individuals in a dynamic work context’ aan de Universiteit Leiden. Ze is partner  lid van de Accreditatiecommissie voor Zorgbestuurders en van de Raad van Toezicht voor CultuurWerkt!.