Sinds gemeenten in 2015 verantwoordelijk zijn voor jeugdhulp, zijn er lange wachttijden en steeds hogere kosten. De toename van het aantal jeugdhulpaanbieders van zo’n 1.000 in 2015 naar meer dan 8.000 nu, zorgt daarnaast voor concurrentie en versnippering, waardoor het lastiger wordt om kinderen écht goed en geïntegreerd te helpen. De kwaliteit van de hulp komt door de wachttijden, financiële druk en moeizame samenwerking onder druk te staan. En ook de jeugdhulpprofessionals zelf krijgen te maken met een hogere werkdruk en minder plezier in hun werk, wat weer bijdraagt aan het relatief hoge verloop in de sector.
Gemeente Veendam constateerde dat er wel voldoende inhoudelijke kennis was om het beter aan te pakken, maar dat ze het zelf niet voor elkaar kreeg om die kennis goed op te halen en toe te passen. Ook was het aantal aanbieders te groot om goed te kunnen samenwerken, zowel onderling als met de andere domeinen, en werd de hulp te weinig in de leefwereld van de gezinnen aangeboden. Daarom besloot Veendam het anders te doen: via een aanbesteding droegen ze de verantwoordelijkheid voor de ambulante jeugdhulp over aan de aanbieders zelf – inclusief de financiële verantwoordelijkheid. Met als gevolg meer werkplezier, ruimte en minder regeldruk voor de professionals.
Kleiner, beter, leuker
De aanbesteding was het startpunt van de samenwerking tussen Coöperatie Dichtbij, Team050, KOEN, Barkema&de Haan, Leger des Heils en Molendrift. Alle kennis die de partijen zelf al hadden en landelijk konden vinden werd gelinkt aan succesvolle verbeteringen in de jeugdhulp. Dat ging zowel om zorginhoudelijke innovaties als om organisatorische keuzes in verandermanagement. Op basis daarvan werden ontwikkellijnen geschetst. De samenwerkende partijen vonden elkaar echt op verbetermodel en op de onderliggende gezamenlijk verwoorde missie ‘kleiner, beter, leuker voor gezinnen én professionals’.
Plan van aanpak
In verschillende bijeenkomsten tussen de samenwerkende partijen werd een inhoudelijke plan van aanpak opgesteld. Vervolgens is een samenwerkingsovereenkomst gemaakt met de rolverdeling en financiële afspraken. De zorginhoudelijke ambities van de deelnemers waren daarbij belangrijk, maar ook het verdelen van de financiële risico’s naar draagkracht en het verdelen van ‘het corvee’ (ondersteunende functies) zijn vastgelegd.
JEP Veendam
Om maximaal gebruik te maken van de kracht en naamsbekendheid van elke partner, kozen ze er nadrukkelijk voor om géén nieuwe organisatie op te richten, maar hielden ze hun eigen naam en bedrijfsvoering. Dat bevorderde de overgang voor medewerkers omdat zij bleven werken in hun vertrouwde omgeving en geen nieuwe werkgever kregen. Maar het bevorderde ook de overgang voor cliënten, omdat bestaande hulpverleningsrelaties in stand zijn gehouden. Ook verder in het proces bleven clientvoorkeuren leidend om ervoor te zorgen dan mensen juist graag door een partij uit het JEP samenwerkingsverband geholpen wilden worden.
Om toch naam te geven aan het de samenwerking werd er wel een gezamenlijke merknaam bedacht: JEP Veendam.
Kennis delen en de samenwerking uitbreiden
De zes samenwerkingspartners deelden hun ideeën en aanpak met andere partijen. Jeugdhulpaanbieders die ook mee wilden doen in dit nieuwe model, konden gewoon instappen. Er werden duidelijke afspraken gemaakt met bijvoorbeeld huisartsen, scholen en organisaties binnen de Wmo en Zvw/Wlz. Plannen werden openlijk gedeeld en verbeterd als dat op grond van specialistische kennis nodig bleek.
Voorin het systeem, dus geen verwijsbrief, geen indicatie, geen wachttijden
Die specialistische medewerkers kwamen voorin het systeem te staan, op de plekken waar kinderen en jongeren écht zijn: op school, bij de huisarts of gewoon thuis. Er is dan nog geen verwijsbrief of indicatie nodig en er zijn geen wachttijden. Daardoor bleven veel hulpvragen klein en konden we sneller iets betekenen. Inmiddels wordt de helft van alle jeugdhulpvragen gewoon door deze medewerkers zelf opgepakt. Doordat JEP álle hulpvragen serieus neemt, is er geen discussies meer over of iets wel binnen scope valt voor het budget. De hele reikwijdte discussie (hervormingsagenda jeugd) is daarmee niet meer relevant en de huidige triageloketten bleken eigenlijk een hinderlijke tijdrovende en dure extra schakel in het proces.
Meldpunt ‘gedoe’
Lukt de hulp niet omdat de situatie bijvoorbeeld complex is? Dan gaat JEP terug naar de basis: de analyse wordt herzien en zo nodig wordt extra kennis toegevoegd aan de hulpverlener die al betrokken is. Dat voorkomt dat een jongere weer helemaal opnieuw moet beginnen bij een andere aanbieder met een nieuw product. Dus aanpassen en bijsturen in plaats van opnieuw beginnen. Dan lukt het veel vaker om het in één keer goed te doen. Het betrekken van de juiste expertise zoals het onderwijs of de huisarts is essentieel, maar daar komen regels en papierwerk bij kijken. JEP schrapte alle regels en administratie die inhoudelijk niks toevoegen of juist in de weg zitten en richtte een ‘meldpunt gedoe’ op voor als een medewerker of cliënt toch nog onnodige administratie tegenkomt.
Innovatief: geen wachttijden en lagere kosten
Binnen zes maanden na de start van JEP waren de wachttijden helemaal verdwenen. In het derde jaar – 2025 – lagen de kosten 10% lager dan in 2021, en ze blijven dalen. Die combinatie van géén wachttijden én lagere kosten is uniek in Nederland. Daarnaast is het gebruik van crisiszorg flink afgenomen, en zijn er veel minder thuiszitters. Voor de komende jaren worden ook minder ondertoezichtstellingen (OTS’en) en uithuisplaatsingen verwacht.
Het samenwerkingsverband JEP benut de waarde van de verschillende organisatieculturen. De zes samenwerkende partijen zorgden alle zes voor eindverantwoordelijk management op de werkvloer, tussen de mensen, managers die zelf uitvoerend deskundig zijn en in staat hun collega’s daarin mee te nemen. Op die manier is JEP in staat kort cyclisch te evalueren, te leren en bij te sturen.
Impact op de werkvloer
Medewerkers hebben ruimte om te doen wat nodig is om de gewenste resultaten te halen. Zij worden minder geconfronteerd met overdracht en wachttijden. Zij worden uitgedaagd om hun eigen expertise volop in te zetten als ook om die van collega’s er drempelloos bij te vragen. De uitvoerende collega’s zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van de werkwijze. Regels en afspraken zijn alleen bedoeld om hen te faciliteren in die rol. Hierdoor wordt hun werk leuker en voor velen ook uitdagender. Het uitgebreide contact en samenwerking met collega’s van de samenwerkingspartners is verbeterd. Medewerkers kunnen door het samenwerkingsverband ook op domeinen buiten de jeugdhulp impact maken. Jeugdhulp Op School is daar een goed voorbeeld van. Daarbij is een gedragswetenschapper vanuit JEP een dag in de week op de school aanwezig om jeugdhulp & advies te bieden. Hierdoor kan de professional veel beter beoordelen of dat wat zij inzet ook past en werkt binnen de context. Dit levert sneller en beter resultaten op en vergroot de binding en motivatie van de professional. Alle betrokken medewerkers begrijpen op welke ontwikkellijnen JEP probeert te werken en wat hun rol daarin is. Ze begrijpen hoe belangrijk hun opdracht is en dat ze onderdeel uitmaken van een grote verbeterslag. Dit vergroot het werkplezier en de binding, waardoor er minder uitstroom wordt verwacht.
Verwachte resultaten
- Verdere uitbreiding van het samenwerkingsverband JEP met gedragswetenschappers en intensivering van de samenwerking op de middelbare school in Veendam.
- Een verdere afname van de kosten omdat het vaker in 1 keer goed gaat, ook bij complexe situaties.
- JEP wilde geen ‘harde overgang’ bij start. Cliënten konden hun lopende zorgtrajecten bij de betrokken aanbieder afmaken. Hierdoor heeft JEP de werkwijze nog niet vanaf de start aan iedereen kunnen bieden. Omdat complexere trajecten zomaar twee jaar kunnen duren komen die baten nu pas
- De inzichten die JEP heeft opgedaan kunnen ook landelijk een bredere impact hebben. De ontwikkellijnen en werkzame factoren passen in principe bij elke gemeente. Ook in het 18+ segment van de ggz is er relevantie: de wachttijden in de volwassen ggz zijn 6 mnd+ terwijl er geen enkele reden is te verwachten dat de JEP aanpak niet meer werkt als een jongere 18 wordt – hierover volgt nog overleg met zorgverzekeraars.
Tips voor een succesvol verandertraject
- Bundel kennis en diversiteit: Zorg voor voldoende kennis, expertise en verschillende achtergronden binnen het samenwerkingsverband, zodat alle onderdelen voldoende aandacht krijgen.
- Duaal organiseren: Beschouw zorginhoud en organisatie in alle beslissingen als even belangrijk.
- Leer en ontwikkel stap voor stap: Focus op reflectie en blijf continu leren en ontwikkelen. Begin klein, breid bij succes uit en houd de verandering beheersbaar. Zorg voor urgentie, onderling vertrouwen en gedeeld belang.
- Betrek de opdrachtgever actief: Zorg dat opdrachtgever en opdrachtnemer soepel kunnen schakelen tussen formele en inhoudelijke rollen, vooral als het lastig wordt.
- Maak afspraken over baten buiten de opdracht: Leg vast wat er gebeurt met opbrengsten die buiten de oorspronkelijke opdracht vallen.
- Neem alle domeinen en professionals mee: Betrek ook andere domeinen (zoals welzijn en onderwijs) en externe verwijzers (zoals huisartsen buiten de regio) vanaf het begin. Structurele aandacht voor alle professionals is essentieel, zeker bij verschillende organisatieculturen.
Ontregelen
JEP wilde af van onnodige administratie en regels die in de weg zitten van het beoogde resultaat:
- Alle jeugdhulpproductcodes zijn geschrapt; declareren gebeurt nu via enkele tarieven op basis van ervaringsniveau.
- Werken met beschikkingen is afgeschaft, zonder het recht op bezwaar voor gezinnen weg te nemen.
- Er wordt gewerkt op basis van gedeelde verklarende analyses, niet meer vanuit diagnose-behandelcombinaties.
- ‘Bekwaam maakt bevoegd’ is het uitgangspunt.
- Productdenken en strikte kaders zijn losgelaten; behandel- en begeleidingskennis worden optimaal gecombineerd.
- Alleen regels die hulpverleners zelf als zinvol ervaren blijven bestaan. Wettelijke eisen worden door de deelnemers zelf geborgd.
Advies aan veranderaars
Het succes van JEP zit in de combinatie van mensen en hun kennis. Eenvoudig organiseren in de zorg is complexer dan het lijkt, maar met brede samenwerkingen en wat lef komt je een eind. De inzichten uit JEP zijn breed toepasbaar, ook in andere gemeenten en in de volwassen-ggz.
Meer weten?
- AD: ‘In Rotterdam betalen kinderen de rekening, in Veendam krijgen ze de zorg die ze nodig hebben wél’
- NRC: Veendam gooide de marktwerking overboord in de jeugdhulp en zie de wachtlijsten verdwenen
- DVHN: Veendam gooit het roer van jeugdhulp compleet om en boekt indrukwekkende successen
- Een Vandaag: In 10 jaar ruim 7.000 jeugdzorgaanbieders erbij, Veendam besloot in te grijpen: ‘Wachtlijsten verdwenen, kosten gedaald’
- NPO radio 1: Hoe Veendam de toename van aantal GGZ aanbieders succesvol beteugelt (vanaf minuut 33.34)