Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 staat de sector voor een dubbele uitdaging: de hulpverlening dichter bij het kind brengen én tegelijkertijd vernieuwen in organisatie en werkwijze. Levvel, specialist in jeugd- en opvoedhulp, doet dat met het programma Skills@, een initiatief dat inzet op talentontwikkeling, autonomie en eigenaarschap van zowel kinderen (met name in de gesloten jeugdhulp) als medewerkers. Het doel: een duurzaam hogere kwaliteit van hulpverlening, en minder bureaucratie.
We spraken met Helmer Kalkwiek (programmaleider) en Floor van der Linden (teamleider) van Skills@ over deze vernieuwende aanpak, die inmiddels concrete resultaten laat zien; van effectievere hulpverlening en minder administratietijd tot meer werkplezier op de werkvloer.
Van ‘bed naar bed’ naar maatwerktrajecten
In de traditionele residentiële jeugdhulpverlening is de financiering vaak gekoppeld aan capaciteit (‘bedden’): een jongere krijgt een plek in een voorziening, en bij iedere overplaatsing begint het traject vanuit de optiek van het kind in feite opnieuw, met nieuwe hulpverleners en behandelplannen.
“Kinderen verhuizen te vaak van bed naar bed,” vertelt Helmer Kalkwiek. “Daarbij gaat kennis, vertrouwen en continuïteit verloren. Met Skills@ denken we niet meer in bedden, maar in trajecten. We volgen het kind; van school tot thuis en van sportvereniging tot stageplek. We maken zoveel mogelijk samen met het kind een programma dat werkt als één geheel.”
Die aanpak vraagt om intersectorale samenwerking, waarin onderwijs, jeugdhulp en andere partners gelijkwaardig optrekken. Het kind staat centraal, de organisatie en de financieringsstroom zijn daar zoveel mogelijk volgend aan.
Van praten over jongeren naar praten met jongeren
Floor van der Linden legt uit dat het programma ook inhoudelijk een cultuuromslag betekent. “Vroeger zagen we dat kinderen met talloze professionals te maken kregen die onvoldoende met elkaar samenwerkten. Er werd veel over kinderen gepraat, maar weinig met hen. Bij Skills@ koppelen we vaste medewerkers aan de kinderen die hen van begin af aan actief betrekken: wat zijn hun talenten, waar zijn ze goed in, wat willen ze ontwikkelen?”
Door die focus op talentontwikkeling en intrinsieke motivatie bij het individuele kind ontstaat ruimte voor groei. “Veel kinderen hebben jarenlang gehoord wat er niet goed aan ze is. Wij vragen juist: wat gaat er wel goed? Waar krijg jij energie van? Die insteek verandert alles.”
Een lerend netwerk: onderwijs en hulpverlening hand in hand
Een belangrijke pijler van Skills@ is samenwerking met partners uit het onderwijs en de hulpverlening in regio Amsterdam, zoals Levvel en iHub onderwijs & familiezorg. Samen bouwen zij integrale en doorlopende programma’s voor talentontwikkeling, waarin onderwijs, stage en werk, therapie en training, en vrijetijdsbesteding gecombineerd worden tot een individueel programma dat zo goed mogelijk aansluit bij het kind.
Skills@ verspreidt niet alleen die visie, maar voert die ook zelf uit in de dagelijkse praktijk. Het programma heeft zelf een residentieel werkend team en een ambulant werkend team. Beide werken nauw samen met andere teams in de hulpverlening en in het onderwijs, zoals team OnderwijsPlus dat zich specialiseert in onderwijs binnen de gesloten jeugdhulp. “Binnen ons ambulante team, AmbulantPlus, werken onderwijsprofessionals en jeugdhulpverleners letterlijk naast elkaar,” vertelt Floor. “Ze kunnen bijvoorbeeld naar scholen gaan, bespreken wat een kind nodig heeft en afstemmen met docenten. Zo ontstaat een brug tussen hulpverlening en onderwijs en dat maakt echt het verschil.”
Deze manier van werken vormt een lerend netwerk: professionals leren van elkaar, wisselen expertise uit en ontwikkelen gezamenlijk nieuwe werkwijzen. “We leren niet alleen in het netwerk, maar ook hoe we een lerend netwerk zijn,” zegt Helmer. “Het is continu verbeteren, met ruimte voor verschillende tempo’s en perspectieven.”
Ontregelen: minder administratie, meer tijd voor jongeren
Een belangrijk thema binnen Skills@ is ontregelen, het verminderen van onnodige administratieve lasten. In de eerste plaats voor de teams die direct onder Skills@ vallen, daarnaast zoveel mogelijk ook voor de teams waarmee zij samenwerken. “Wil je echt meer tijd investeren in kinderen, dan moet ergens anders tijd vrij komen,” legt Helmer uit. “En dat betekent: minder administratie.”
Dankzij het mandaat dat Skills@ heeft binnen Levvel, kunnen teams daadwerkelijk experimenteren met nieuwe vormen van registratie. “Daarvoor hebben we webapplicatie PlanInProgress (PIP) ontwikkeld, waarmee informatie eenvoudiger en overzichtelijker wordt gedeeld. PIP is gebouwd om autonomie aan de kinderen terug te geven. Het laat hun programma van talentontwikkeling zien en nodigt professionals en kinderen uit om daarover met elkaar in gesprek te gaan. Het gevolg is onder andere dat professionals minder tijd kwijt zijn aan papierwerk en meer tijd met kinderen kunnen doorbrengen.”
Ontregelen vraagt lef. “Vaak hoor je: ‘Dat mag niet van de wet’ of ‘Zo doen we het altijd al’. Dan vragen wij: waar staat dat dan precies? Vaak blijkt dat niemand het echt weet. Natuurlijk moeten we zorgvuldig omgaan met privacy en regelgeving, maar binnen die kaders kan veel meer dan gedacht.”
Verandering van binnenuit
Skills@ benadrukt dat duurzame verandering alleen mogelijk is vanuit mensen zelf. “Verandering komt niet uit systemen of protocollen, maar uit mensen,” zegt Helmer. “Daarom geven we onze medewerkers eigenaarschap en autonomie. We trainen leiderschap, stimuleren initiatief en zorgen ervoor dat teams zelf ervaren waarom we dingen anders doen.”
Die aanpak werpt vruchten af. De teams van Skills@ boeken er succes mee, en kunnen door zelf anders te werken ook een inspiratie zijn voor anderen. “Medewerkers voelen meer vrijheid en invloed,” vertelt Floor. “Ze zien direct de resultaten bij jongeren en hebben meer voldoening in hun werk. Dat vergroot het werkgeluk.”
Meetbare resultaten én realistische ambities
De effecten van Skills@ zijn zichtbaar: minder administratietijd, meer samenwerking, hoger werkgeluk en meer autonomie bij kinderen in de residentiële hulpverlening.
Het succes komt stapsgewijs en dat heeft tijd nodig. “We werken met kinderen die vaak al een lang zorgverleden hebben,” zegt Helmer. “Je ziet vooruitgang vooral in kleine stappen: kinderen die weer naar school durven, die een sport oppakken, of een stage afronden. Dat zijn grote overwinningen.”
Voor de komende jaren richt Skills@ zich op drie sporen:
- Verdere vermindering van administratieve lasten.
- Verbeterde dataverzameling om effecten op kindniveau beter zichtbaar te maken.
- Structurele, duurzame financiering van succesvolle initiatieven zoals AmbulantPlus en PIP.
Helmer: “Het systeem is nog steeds versnipperd, met tijdelijke subsidies en losse financieringsstromen. Dat helpt niet mee. Maar we blijven volhouden, samen met de regionale gemeenten, onderwijs en hulpverlening. We weten dat dit de goede weg is.”
“Laat je niet gijzelen”
Tot slot deelt Helmer een boodschap voor andere organisaties die willen ontregelen of transformeren: